11. Alor
Door: Marsieblub
Blijf op de hoogte en volg Marcel
19 Maart 2018 | Indonesië, Kalabahi
11. Alor. 15 maart. Onze 6e vlucht alweer, dus dat moeten we de rest vh jaar gaan besparen, anders wordt onze ‘footprint’ te groot. We gaan naar, voor ons, onbekend gebied, want ik had nog nooit van dit eiland gehoord, ook niet van duikers. Volgens Donovan moet het hier net zo mooi zijn als op Komodo. We zijn benieuwd. Na 40 minuten vliegen (€18 pp) landen we op een piepklein vliegveldje, nog uit WO2. De landing is perfect. We stappen uit, staan bijna direct bij het kleine gebouw en wachten op onze tassen. De transportband is 3m lang. Jaap zou hier een luizebaantje hebben. Bij onze homestay, een soort b&b bij een Indonesisch gezin, staat Chris ons al op te wachten. Kamer met airco, lekker. We wandelen richting dorp, nou ja, er wonen 150.000 mensen in Kalabahi. Overal winkeltjes, marktwaar, groente en fruit. Kopen verse lychee. Ze laten me iets proeven: kichli, of zoiets. Iedereen eet het het, samen met een andere vrucht en ze dopen het in poeder. Ik neem een klein hapje en proef een scherpe smaak. Lachen. Dan zie ik hun tanden, helemaal rood. Hoe ze ook aandringen, ik ga toch maar niet voor de totaalcombinatie. Later op de dag ontmoeten we Thomas, een Duitse, wat stugge man. Verder prima. Morgen duiken dus. We eten in de homestay. De vrouw van Chris kookt heerlijk, verse vissoep, andere gerookte vis, rijst, groente, fles water erbij. Smaakt voortreffelijk. Het is onmogelijk om hier géén vis te eten.