Banda Neira
Door: Marsieblub
Blijf op de hoogte en volg Marcel
04 Februari 2019 | Indonesië, Ambon
Dag 3. Banda Neira. Op de boot is rond 5:30 uur best al veel bedrijvigheid. ‘Kopi-kopi, Apel-Apel, teh manis’ roepen de verkopers. Er wordt alweer druk gekaart. Onder het bordje ‘niet roken’ zit iemand te roken. Als ik hem wijs op het bordje, lacht hij vriendelijk. Ik glimlach terug. Ik loop naar de douche en zie iemand naar binnen gaan, een minuut later komt hij weer naar buiten en doet zijn gulp dicht. Ik kijk even op de wc. Ander onderwerp. Uit het ronde raampje zie ik de golven langsgaan. Het is al licht. Eindelijk zie ik bomen. Het eiland Neira doemt op, daarachter zit Pulau Banda en er tussenin ligt dan Pulau Banda Neira. Makkelijk als je de weg kwijt bent. We genieten van de bedrijvigheid in de kleine haven, het ziet er gezellig uit. Fort Belgica valt onmiddellijk op. De drukt is aangenaam, kraampjes met van alles wat uit de zee komt. Wij slaan linksaf en na 100 meter is het opvallend rustig. Nee, ik zie geen auto’s. Als er twee achter elkaar staan, spreken ze hier al van een file. Luid knetterende brommertjes komen wel langs, ja, ze rijden links. 200 Meter verder zijn we in baba lagoon hotel, de duikschool zit eraan vast. Ze zijn nét open, vanaf 1 februari. Nee, je kan er niet eten, want de kok is ziek. Nee, je kan er ook niets drinken, want dat kwam mee met onze boot en moet nog gekoeld worden. Haha, nog nooit meegemaakt, zo’n hotel. Hopelijk kunnen we er wel goed slapen. Of we willen duiken, vraagt Rafa (de Spaanse eigenaar). Graag. We gaan naar The lava flow. In 1988 is de Gunung API (= vuurberg) voor het laatst uitgebarsten. Onderwater zijn de lavastromen goed te zien. Ze zijn bedekt met vooral Acropora koraal. Ertussenin veel jonge, kleine visjes (juvenielen). We zwemmen over een prachtig, nog geheel intacte koraaltuin. Het zicht is “slecht”, minstens 30m, dus over twee maanden is het hier kristalhelder. De zon schijnt, we genieten. Twee enorme Humpheads (ong twee meter, 180kg) zwemmen ongestoord rond. Angèle ziet een haai, maar als ze hem aan wil wijzen, is ie natuurlijk al weg. Deze zwarttip-rifhaai weet natuurlijk niet dat ik een nieuwe camera heb. De kerstboomjes gaan gewilliger op de foto. Deze kleine kokerworm kom je vaak tegen op de koralen, in vele kleurvarianten. Als je té dichtbij komt, schieten ze in hun koker weg. Het onderwater-speeluurtje is weer veel te snel voorbij. We wandelen richting fort Belgica. Vóór 1611 stond hier fort Oranje, maar dit voldeed niet meer aan de VOC normen. We lopen eromheen. Het ons inziens, kleine fort, moest de monopoli-positie voor de nootmuskaat garanderen. Allen vanaf de Banda eilanden kwam alle nootmuskaat ter wereld, totdat de Engelsen midden 18e eeuw een stekje wisten te jatten (Brexit dus). Nootmuskaat was in de 17e eeuw een essentieel onderdeel van alle kwakzalversproducten, dus een lucratieve handel (vergelijking met cosmetica van nu?). ‘s Avonds drink ik een kopje verse nootmuskaat koffie en deze smaakt nog goed ook. Om half tien val ik uitgeput in slaap. Samai besok (tot morgen).