15. Java
Door: Marsieblub
Blijf op de hoogte en volg Marcel
20 Maart 2018 | Indonesië, Soerabaja
15. Java. 19 maart. Op het piepkleine vliegveld van Alor worden we onaangenaam verrast: onze vlucht naar Timor heeft vertraging, 1 uur (blijkt 2 uur achteraf), waardoor we onze aansluiting naar Manado (Noord-Sulawesi) zullen missen. Helaas blijkt dat we niet verder kunnen dan Surabaya (Java), dus we boeken daar maar een hotelletje, vlak bij het vliegveld. Het is uiteindelijk 10 uur later wanneer we daar aankomen. Taxi naar het hotel; een grote muffe kamer, goedkoop, maar gelukkig maar voor één nachtje. Bij de ingang hangt een bordje met de tekst: ‘not allowed two on one room if not married’. Tja, een leugentje om bestwil dan maar. We realiseren ons dat we op een moslim eiland zitten...ff wennen. Ondanks onze heerlijke mie goreng ajam, die we op Timor nog aten, voelen we ons maagje weer knorren. Ja, je raakt makkelijk gewend aan 2x warm eten per dag. We gaan op zoek naar een eetgelegenheid. Het stalletje direct tegenover ons hotel valt mij gelijk op. Het is de toegang tot een woonwijk. Één slagboompoort staat open en daar heeft een gezin een stalletje tegenaan geplaatst. Man en vrouw met eten bezig, de twee dochters van 8 en 10 lopen vrolijk rond. Ze giechelen. Zo vaak krijgen ze geen blanda’s. Een vrouw en een man zitten, apart aan het stalletje. De vrouw vraagt ons meteen waar we vandaan komen. Lekker eten hier, zegt ze. Ze wijst van alles aan en zegt wat het is: gebakken kippenpootjes, kippendarm op stokje geprikt, kippenlevertjes ook op stokje, zout ei in schil, tempé, tofu, vis, groente en lekkere saus en sambal. De vrouw laat ons wat proeven van haar eigen eten; pittig, maar heerlijk. Ik maak een praatje met de man; hij zit daar met zijn 3 zonen. Zijn vrouw houdt niet van koken, vertelt hij, daarom eet hij hier. Zijn Engels is redelijk. Hij werkt in de IT. Veel werkloosheid in Surabaya. Zijn kinderen studeren alle drie. I’m happy. Dat verstond ik, maar blijkt dat hij ‘Hary’ heet. Van ‘Harry Potter’ ontschiet mij. Hij lacht. Ja, zo noemen de kinderen mij ook. We bestellen vanalles, kopje ‘teh’ erbij, overheerlijke kroepoek. De tempé en tofu worden gebakken. Try some Surabaya drink, zegt Hary. We proeven beras kencur, een soort pittige gembersmaak. Nee, niets voor mij. Iedereen lacht als ze mijn gezicht zien. Dan een glas sinom. Ieks, zoet en vies. Weer gelach. Even nog een hapje sajoer om de smaak te veranderen. Dan rekenen we af: 29.000 roepia’s (nog geen 2 euro samen). Terima kasih! Sama-sama!